Na een 1SA opening spelen we twee belangrijke conventies: Stayman en Jacoby transfers. Via Stayman kun je een 4-4 fit in harten of schoppen ontdekken. Met de Jacoby Transfer toon je een 5 kaart of langer in een hoge kleur en zorg je ervoor dat het contract in de 'sterke' hand komt, die van de 1SA openaar dus.
De bedoeling is om de 'sterke hand' (de 1SA openaar het contract te laten spelen. Vaak is de start dan regelrecht in zijn vork. Er zijn nog andere voordelen:
Ook limiet-handen kun je op die manier comfortabel bieden
Nogmaals de transfers, maar dan gezien van uit de stoel van de 1SA openaar:
Net als bij het kunstschaatsen kent bridge een aantal verplichte figuren. Die moet je proberen te beheersen, want dat kan je in de praktijk punten opleveren.
Een kleur als hieronder wil je eigenlijk helemaal niet zélf aanspelen, als je daar meer dan 1 slag uit wilt halen. Veel beter is het om dat de tegenstanders maar te laten doen. Alleen, soms ontkom je er niet aan en je moet dan een keus maken tussen klein naar de Heer of klein naar de Vrouw. Tamelijk arbitrair als je ook geen informatie (bv uit het biedverloop) hebt.
Als het bieden is afgelopen wordt een van de spelers Leider en zijn partner Blinde of Dummy. Zodra de dummy zijn kaarten op tafel heeft gelegd, doet hij niet meer aan het spel mee. Hij mag alleen de kaarten bijspelen waar de leider om vraagt. Hij mag daartoe ook geen enkele suggestie doen. Als hij toch ongevraagd een kaart zou spelen, mag de leider dit corrigeren, zelfs als de volgende speler al bijgespeeld heeft.
De dummy mag trouwens wel een paar dingen doen. Niet veel, maar toch. Bijvoorbeeld voorkomen dat een onregelmatigheid plaats vindt. Als de leider uit de verkeerde hand dreigt voor te spelen, mag hij daar iets van zeggen. Maar als de leider eenmaal uit de verkeerde hand speelde, dan mag het niet meer. Hij mag een onregelmatigheid proberen te voorkomen, maar als die gebeurd is er niet de aandacht op vestigen. Verder mag hij de leider, als hij hem niet ziet bekennen, vragen of hij geen kaarten in die kleur meer heeft en daarmee een dreigende verzaking voorkomen. Maar niet aan een van de tegenspelers. En tenslotte mag hij de gemaakte slagen rangschikken en in de goede richting leggen, maar mag de leider er weer niet op wijzen als die eerder een slag verkeerd heeft gelegd. De aandacht tijdens het spelen vestigen op een onregelmatigheid mag dus niet, maar weer wel na afloop van het spel. Als hij bijvoorbeeld opmerkt dat een tegenspeler verzaakt, mag hij daar pas na afloop van het spel iets van zeggen. Ook al weer een reden waarom de kaarten in de gespeelde volgorde op tafel moeten blijven liggen, totdat er overeenstemming over slagen en onregelmatigheden is.
Verder mag hij zo ongeveer niks, Geen commentaar leveren op het spel, vragen naar bied-, uitkomst- of signaleer afspraken en wat hij ook geacht wordt niet te doen is
In de praktijk wordt vaak tegen deze regels gezondigd. Dat is riskant, want de dummy verspeelt daarmee alle rechten die hij heeft en dat waren er toch al niet zo veel. Hij mag dan niet meer bij de leider informeren naar een verzaking en ook niet meer de arbiter roepen na een onregelmatigheid. Bovendien is de WL bevoegd om hem (en dus ook de leider) een straf op te leggen in de vorm van korting op de behaalde punten. Geniet dus van de 7 minuten rust, of ga koffie voor iedereen halen.
Tip: Onbestaanbaar bod
Het bieden is er natuurlijk op gericht om het juiste contract te vinden. Wanneer een fit (samen minstens 8 kaarten in een kleur moet je dat aan partner laten weten, zo luidt de basis-theorie. Na een 1 of 1 moet je direct (nou ja, er zijn altijd uitzonderingen) je partner laten weten dat er een fit is en dat daarmee de speelsoort dus vaststaat. Een verhoging naar 2 niveau is zwak (6-9 punten) en met 10-11 punten inviteer je met 3/3. Bij een lage kleur is dat wat ingewikkelder. Allereerst ga je een lage kleur steunen als je zeker weet dat er geen fit in een hoge kleur is: die betaalt immers beter. Dat wil zeggen dat je een lage kleur alleen direct steunt als je geen 4-kaart hoog hebt. Daarmee zijn de problemen de wereld nog niet uit. Na een 1 of 1 opening kun je met 14 punten en een fit direct naar 4 springen. Dat is de manche: klaar, over.
Kortom, contracten van 5 of 5 speel je als het niet anders kan, bijvoorbeeld met een renons of als gebleken is dat een kleur helemaal open ligt (bv geen dekking in volgbod tegenpartij). Hoe je een open kleur moet ontdekken is een heel ander (en moeilijk) verhaal.
Quiz (Acol)
Beredeneer hoe je onderstaande troefkleuren aanspeelt, dwz vanuit de hand of vanuit de dummy. Er zijn voldoende oversteek-mogelijkheden in de andere kleuren.